Daling / descent
Na de kruisvlucht ( je vliegt constant op min of meer dezelfde hoogte) begin je in de buurt van je bestemming te komen. De piloten zetten de daling / descent in en dat merk je doordat de motoren minder vermogen leveren. De neus zakt iets en je voelt dat je naar beneden gaat. Als je naar buiten kijkt lijkt het alsof je nog gewoon rechtdoor vliegt. Tijdens de kruisvlucht ligt het toestel ongeveer 2-3 graden achterover. Bij de daling zakt de neus maar een paar graden en het lijkt alsof je gewoon op hoogte doorvliegt. Als je vanaf 10 kilometer (30 000 voet) hoogte op het vliegveld gaat aanvliegen heb je veel ruimte nodig. Een vliegtuig daalt globaal 300 meter (1000 voet) per minuut. Voor een daling vanaf 10 kilometer in een rechte lijn naar zeeniveau heb je dus een half uur nodig. De daling vindt vaak in stappen plaats, dus in werkelijkheid heb je nog meer tijd nodig. Op tijd beginnen met dalen is dus belangrijk.
Aansluiten op de Standard Terminal Arrival Route ( STAR ).
Net zoals er standaard uitvliegroutes zijn, geldt dit ook voor standaard aanvliegroutes. Op een bepaalde plek in de lucht, op een bepaalde hoogte, begint de STAR en die route brengt je tot vlak bij het vliegveld. Je komt uit op een exacte plek met bijbehorende hoogte en vandaar ga je de approach doen. OP het moment dat je aan het eind van de STAR bent, is alles klaar om de echte landing in te zetten. Hoogte, snelheid, lichten, autobrakes en nog veel meer items zijn goed ingesteld. Bij de landing maak je gebruik van het Instrumental Landing System ( ILS ).